Voortgezet speciaal onderwijs

Indeling groepen

De groepen in de school zijn samengesteld op basis van leeftijd, ontwikkelingsniveau en even- tuele specifieke problematiek. Er wordt naar gestreefd de leerlingen zo evenwichtig mogelijk over de groepen te verdelen. In kleine groepen, die regelmatig worden opgesplitst in niveau-groepen, wordt de leerstof zeer gedifferentieerd aangeboden.

In alle groepen wordt de totale ontwikkeling van de leerlingen gestimuleerd. Dit gebeurt zowel in klassikale situaties als in niveau- en/ of sub- groepen. Steeds wordt individueel bepaald wanneer welke vaardigheden worden aangeleerd. 

Gericht op de praktijk

Het onderwijs is praktisch gericht en groepsdoorbrekend. De leerlingen zijn meer beroepsgericht bezig om zo de toekomstkansen goed te benutten. Er is veel aandacht voor het aanleren van praktische vaardigheden en zelfverzorging, zoals huishoudelijk werk, textiel, houtbewerking, groenvoorziening en algemene technieken.

Het overkoepelende resultaat van ons onderwijs is dat de leerlingen zo zelfstandig mogelijk kunnen wonen, werken en recreëren. Hiermee is de hoofd- doelstelling van sociale redzaamheid aangegeven. Alle onderwijsinhoudelijke activiteiten vallen binnen het kader van de bevordering van de sociale redzaamheid. 

Het onderwijs is primair gericht op een drietal samenlevingsverbanden, c.q. componenten van het bestaan, namelijk:

  • het gezin / de leefsituatie
  • een zinvolle dagbesteding
  • vrijetijdsbesteding

De inhoud van het onderwijs

Sociale redzaamheid is niet als apart vak te benoemen. De vaardigheden die nodig zijn voor iemand om zich sociaal te kunnen redden zijn te onderscheiden in vier clusters, bijvoorbeeld:

  • zelfstandigheid (bijv. aan- en uitkleden)
  • communicatie (bijv. wensen kunnen uiten)
  • socialisatie (bijv. hulp kunnen bieden)
  • bezigheden (bijv. vrije tijd indelen)

Het onderwijs is zeer individueel gericht: iedere leerling wordt op zijn/haar niveau aangesproken en gestimuleerd. Iedere leerling zal dan ook een ander eindresultaat behalen en naar een andere vervolg- plek gaan. Leerlingen gaan na de schoolperiode werken in:

  • het vrije bedrijf (begeleid werken)
  • een  sociale werkvoorzieningschap
  • een centrum voor dagbesteding

Leerlingen kunnen met begeleiding van een jobcoach ook aan het werk in een bedrijf. Dit wordt zorgvuldig voorbereid en opgezet. 

De toekomst

De school heeft overleg met een arbeidsdeskundige van het Uitvoeringsinstituut  Werknemersverzekeringen (UWV) die de leerlingen keurt en hun ouders adviseert. Voor een indicatie werken, dagbesteding of wonen kunnen ouders/verzorgers en leerlingen worden begeleid door een  medewerker van MEE.

ESF

Europees Sociaal Fonds 

Het ESF is het belangrijkste Europese middel om werkgelegenheid te ondersteunen, mensen aan werk te helpen en te zorgen voor eerlijker arbeidskansen voor alle EU-burgers. 

Het kabinet streeft ernaar om zoveel mogelijk mensen optimaal te laten participeren in de samenleving, zo ook op de arbeidsmarkt. Jongeren uit het vso en PrO ondervinden echter uiteenlopende belemmeringen bij het verkrijgen van een baan. Voor deze jongeren is een integrale benadering en een soepele overgang van school naar werk van groot belang. Ze hebben echter extra ondersteuning nodig om een plek op de arbeidsmarkt te verkrijgen en vervolgens ook te behouden. De ESF-subsidie is een financiële stimulans om hier nog beter invulling aan te geven.